Doofpot seksschandalen kerk

Uit de Telegraaf van zaterdag 9 oktober 2010

Door broeders misbruikte Bert Smeets boekt succes in strijd tegen DOOFPOT SEKSSCHANDALEN KERK

SCHULD EN BOETE

Bert Smeets, voortrekker van Mea Culpa terug op Bleijerheide: „Daar was onze slaapzaal, onder dat raam daar stond mijn bed.” FOTO’S: RIAS IMMINK

 

Duitse tak franciscanen wil onderhandelen over schadevergoeding Bleijerheide-jongens

IN MAART DIT JAAR vertelde Bert Smeets in onze krant hoe hij als klein jongetje in pensionaat Bleijerheide seksueel was misbruikt door de broeders. „Onschuldige engeltjes waren we. Toen ik daar kwam, wist ik niks van seks.” Prompt meldden zich vijftig andere jongens die daar ook waren misbruikt. En honderden anderen die zich op internaten in het hele land hetzelfde moesten laten welgevallen door geestelijken. Bert Smeets staat aan de wortel van stichting Mea Culpa United, met honderden – internationale – donateurs/slachtoffers, en heeft zich van juridische steun van jurist Bob van der Goen verzekerd. Twee mannen die hun tanden in de zaak hebben gezet en niet meer loslaten.

Beeld van Sint Franciscus met kind op het terrein van Bleijerheide.
width="350"

 

Advocaat Bob van der Goen: „Geld genoeg, in het Vaticaan ligt nog wel wat. Anders verkopen ze toch een Leonardo.”
width="338"

 

Veel daders liggen letterlijk op het kerkhof. „De paus verklaart mensen na hun dood toch ook zalig, dan kan hij ze postuum ook excommuniceren.”
width="575"

 

door MARIE-THÉRÈSE ROOSENDAAL

KERKRADE, zaterdag

Dossier 14 noemde Bert Smeets het tot nu toe, naar de 14 broeders die de leerlingen seksueel misbruikten. Franciscaner broeders, van jongenspensionaat Sint Maria ter Engelen in Bleijerheide. „Nu noem ik het Dossier Engelen. Want dat waren wij, Engelen-jongens, onschuldig. Toen ik daar kwam, wist ik niks van seks. Helemaal niks.” Bert Smeets was één van de slachtoffers, en hij heeft altijd geweten dat hij niet de enige was. „Twee of drie broeders op Bleijerheide waren erbij betrokken, dacht ik. Ik had geen idee dat het er zo veel waren…”

In maart deed de 59-jarige Limburger zijn verhaal in onze krant, nu heeft hij verklaringen van 50 medeleerlingen van Bleijerheide. De muzikant richtte de stichting Mea Culpa op: „Mijn schuld, betekent dat. Ik kon het niet laten om hún r.-k.-jargon te gebruiken.” Mea Culpa United telt veelvouden van de meldingen van Bleijerheide, en heeft inmiddels honderden donateurs, tot uit Duitsland en België toe. Én de jurist, mr. Bob van der Goen, bekend van geruchtmakende zaken als de Bijlmerramp, World Online en de Tripoli-vliegramp. Smeets: „Ik vecht tegen de seksuele moraal van de rooms-katholieke kerk. Dáár gaat het om! En omdat alles in de doofpot werd gestopt.”

Beroepsmuzikant Bert Smeets kreeg ongewild een dagtaak aan het katholieke misbruik: „Mailtjes met persoonlijke en emotionele verhalen, die doe ik niet af met een standaardantwoord. Telefoontjes, de pers te woord staan. Het is tijdrovend. Tussendoor pak ik graag de gitaar op om het van me af te spelen. Maar het is het allemaal waard, langzaam schuiven de bisschoppen de verhullende gordijntjes opzij.”

Symboliek

Achter een kapotte ruit van het Bleijerheide-gebouw wiegt een grijs gordijntje op het ritme van de wind. De symboliek ontgaat Smeets niet. „Daar was onze slaapzaal, onder dat raam daar stond mijn bed.” Het pensionaat is grotendeels aan de slopershamer ten prooi gevallen, maar in zijn blik herleeft de eenzame Bertje van toen. „Binnen die muren moesten wij veilig zijn. Maar onveiliger dan hier, in die beslotenheid, ben ik nooit geweest. Als je wegliep brachten je ouders je terug, want die geestelijken waren heilig. En dan kreeg je een pak slaag en een tirade. Deze omgeving is zo beklemmend.” Met één vinger trekt hij het halsboord van zijn shirt wat losser.

Wijst naar een straatnaambord: „Dat weggetje heet ’Bij de broeders’, het maakt me onpasselijk.”

Op het kleine kerkhof kijkt hij veelzeggend naar het beeld van Sint Franciscus, naast zich een klein jongetje. Leest hardop de namen op de kleine, loodgrijze zerken. „Broeder L., van hem had vrijwel iedereen last. Alle 51 jongens. Hij liet zich aftrekken, masturbeerde naast de bedjes. Later, toen ik hem ermee confronteerde, gaf hij toe dat hij dat dwangmatig deed, tot drie keer daags.” Met de hem eigen wrange humor kan Smeets voor die topprestatie nog wel bewondering opbrengen ook.

„In alle verklaringen komen steeds dezelfde namen terug. Veertien van de twintig broeders misbruikten kinderen van acht tot veertien jaar. De broeders die ’s nachts op de slaapzaal surveilleerden, hadden elk hun eigen voorkeur voor bepaalde jongetjes. Elk hun eigen liefdesterritorium. Het was tweeledig, want broeder L. was bijvoorbeeld ook zachtaardig. Mooie kop, vrolijk, hij kon prachtig gregoriaans zingen. We zagen hem ook als een heilige. Mij maak je niet wijs dat het de andere broeders ontging. Die mannen waren onderling chantabel: ’Je houdt wel je mond, want als jij vertelt dat, dan vertel ik…’ Af en toe kwam het kennelijk naar buiten, was er in de kapel ineens een stoeltje leeg. Overgeplaatst, zo ging dat, kon-ie elders zijn gang gaan, De doofpot ging het in. Een beerput, en die gaat nu open!”

Woede

Honderden verhalen hoorde Bert Smeets aan. „Hoewel er ook mannen zijn die stellen er helemaal geen last van te hebben, zijn de gevolgen grosso modo tweeledig. Velen kregen in hun latere leven last van depressies die ze rechtsreeks relateerden aan het misbruik. En ze twijfelden over hun seksuele identiteit: wílden ze wel een vrouw, waren ze toch niet homoseksueel? In relaties bakten ze er niets van, erecties bleven uit. En het tweede is dat velen gekweld worden door een onbeheersbare woede, ze kunnen niet voor zichzelf instaan. Pa wordt ineens kwaad, woedend vanuit het niets, zó dat hun omgeving zich altijd afvraagt hoe de pet van pa vandaag weer staat. Ik denk dat het voortkomt uit het feit dat ze zich achteraf afvragen waarom ze geen ’nee’ hebben gezegd. ’Nee’ tegen de broeder die vroeg hem af te trekken.”

„Ook ik heb later psychische hulp nodig gehad. Maar wij zijn niet zielig, dat wil ik benadrukken, wij zijn overlevers. Ik wil inzage in de archieven, in de reden van al die schimmige overplaatsingen. Daar moeten dossiers van zijn. Ik wil weten hoe die broeders er al die jaren mee geleefd hebben. Of ze spijt hebben, wat ze hebben gedacht, of ze er wakker van hebben gelegen. Met spijt en erkenning zou ik al blij zijn. Maar het wordt ontkend, en we worden van het kastje naar de muur gestuurd. Leven we in de kerkstraat of in een rechtsstaat?”

Wat mr. Bob van der Goen betreft in het laatste. De jurist was er eigenlijk al uitgestapt, maar is volop aan de slag in de praktijk die zijn zoon heeft overgenomen, toen het misbruik door de katholieke geestelijken aan het licht kwam. Toen hij in een weekeinde verklaringen van die ’Engelen-jongens’ las, móést hij wel in actie komen: „Ik werd zo woedend. Ik heb een vrijgevochten jeugd gehad, díé jongens werden opgesloten. Seksslaven waren het, niets meer of minder. In bepalende, jonge jaren in een mensenleven, daarover zijn de deskundigen het eens. En dan zo je eerste seksuele ervaring opdoen.”

Samenvatting

Bladert door de dikke stapel verklaringen. De samenvatting ervan: broeders die tegen leerlingen aan rijen, het betasten van penis en testikels, het aftrekken van leerlingen, broeders die leerlingen lieten toekijken terwijl ze masturbeerden, de hand van een leerling op hun kruis leggen, het met de mond aanraken van een geslachtsdeel. De ziekenbroeder van wie ze zich altijd helemaal moesten uitkleden, ook met een ingegroeide teennagel of een keelontsteking, waarna hij hen verdoofde met een lap ether en misbruikte.

Van der Goen: „Hoewel ik daarnaast nog tientallen individuele gevallen heb, besloot ik met Smeets om Bleijerheide als pilot, te nemen: 51 slachtoffers die elk hetzelfde vertellen over 14 broeders. Dezelfde namen, verklaringen die elkaar overlappen. Drie van die broeders leven nog, eentje daarvan ontkent alles. Wereldwijd zijn er tienduizenden slachtoffers, in Amerika, Groot-Brittannië, Canada, Ierland, Mexico, België, Frankrijk. De verantwoordelijkheid wordt steeds weer afgeschoven, van de orde op het bisdom op de kerk en terug. Dus stel ik de hele roomskatholieke kerk aansprakelijk. En ik weet dat het ver gaat, maar ik heb in een brief paus Benedictus XVI gesommeerd af te treden. De kerk heeft beschuldigingen van seksueel misbruik nog kort geleden afgedaan als zielige roddel. Maar ze kunnen niet meer op de oude voet verder, dit komt wereldwijd op miljarden euro’s schadevergoeding te staan. Als het tot een procedure komt, daag ik zes partijen. De drie broeders die nog in leven zijn, de Nederlandse orde, de Duitse franciscaners, de Nederlandse katholieke kerk, het bisdom en het Vaticaan. De rechter kan dan zo veroordelen, dat één van hen moet betalen.”

Verjaring

Bij Van der Goen hoeft de kerk niet aan te komen met het argument verjaring: „Veel kinderen hebben gewacht tot hun ouders overleden waren, voor ze het naar buiten brachten, om hen niet met schuldgevoelens op te zadelen. Door de hoge status en het aanzien van geestelijken was het destijds voor de slachtoffers onmogelijk iets tegen ze te beginnen. Kinderen die uit die hel ontsnapten, werden door hun ouders niet geloofd en teruggebracht. Weer op het internaat werden die jongens afgerost met een stuk hout en vervolgens weer misbruikt. Elke aanklacht liep stuk op de status van geestelijken. Het zou absurd zijn als diezelfde status de broeders nu weer zou redden. Bovendien heeft de kerk er zelf alles aan gedaan om het onder de pet te houden.”

Van der Goen heeft zijn eerste winst binnen: de Duitse tak van de franciscanen toont zich inmiddels bereid te onderhandelen over schadevergoeding aan de Bleijerheide-jongens. Dit zou dan voor het eerst zijn op het Europese vasteland.

„Om de schade vast te stellen, denken we aan het inschakelen van medische en psychische deskundigen.” Bob van der Goen twijfelt niet aan de goede afloop: „Ik ben niet de enige advocaat die zich hierover buigt. Het hek is van de dam, er komt een tsunami aan rechtszaken.” Veel daders liggen op het kerkhof. „De paus verklaart mensen na hun dood toch ook zalig, dan kan hij ze postuum ook excommuniceren. Al die rechtszaken gaan geld kosten, ik verwacht dat de kerk schoon schip gaat maken, spijt betuigt, de zaken erkent, én gaat schikken. Geld genoeg, in het Vaticaan ligt nog wel wat. Anders verkopen ze toch één of twee werken van Leonardo da Vinci.”

www.bertsmeets.nl

Zie verder over deze zaak hier en hier.

Wilt u meer informatie?

Wij vernemen graag met welk juridisch vraagstuk we u kunnen helpen