Schat
Mevrouw Coltschrek was te geëmotioneerd om uit haar woorden te komen. “De ploert!” riep ze opnieuw en barstte in tranen uit. Slechts stukje bij beetje vernam mr. Just het verhaal: dertig jaar waren ze getrouwd geweest en hadden ze dag en nacht gewerkt in hun zaak, een handelsfirma in cosmetica. Dertig jaar zaten ze tegenover elkaar aan hetzelfde bureau: hij deed de commercie en zij de boekhouding. Ze had nooit hulp in de huishouding gehad, maar het werd te zwaar voor haar en voor het eerst hadden ze een werkster genomen. En wat gebeurde? Nu was meneer er vandoor. Met de werkster. Ze hadden net een huisje gekocht in Spanje om nu eens eindelijk te gaan genieten. En nu dit…. En het stond op zijn naam: de firma, het pand, alles wat ze hadden. En hij was van plan alles te gelde te maken en met zijn liefje naar het huis in Spanje te vertrekken….
Mr. Just had wat notities gemaakt en raadpleegde de lijst van bezittingen. “Droogt u uw tranen maar, mevrouw,” zei hij. “Kunt u een beetje toneelspelen?”
Mevrouw Coltschrek keek vreemd op. Maar ze had toevallig jaren aan amateurtoneel gedaan. Eigenlijk had ze actrice willen worden. Nee, ze had er helemaal geen moeite mee om de volgende ochtend “lieve schat” tegen hem te zeggen zoals ze altijd deed en hem koffie in te schenken. Mr. Just beloofde dat er het een en ander zou gebeuren….
Mevrouw Coltschrek was zienderogen opgeknapt. Haar ogen begonnen te glinsteren. Ze zou haar rol uitstekend spelen. Ze was benieuwd welk gezicht haar echtgenoot zou zetten als de deurwaarder belde en namens haar alles wat er was in beslag kwam nemen. Met een geleerd woord heette het maritaal beslag, zo legde mr. Just uit. Maar hoe hij het noemde kon haar niet schelen: als hij en zijn liefje maar nergens aan konden komen.
Omdat beide partijen weigerden het pand, waarin ze zoveel jaren hadden gewoond en gewerkt, te verlaten en het dan maar opgesplitst moest worden, werd mr. Just uitgenodigd de situatie ter plekke op te nemen. Hij werd opengedaan door een in zijn werk vergrijsde man in overall. “Mr. Just? Kan ik u eerst even één tel spreken, meester?”
Hij opende een deur naar het magazijn. “Ik ben hier de magazijnmeester en werk hier al zoveel jaren. Maar nu houd ik het niet langer vol. Natuurlijk moet mijn baas zelf weten wat hij doet, maar als ze tenminste nog mooi geweest wie hij er vandoor is…. Heeft u haar wel eens gezien, meester? Ze is me toch lelijk, meester, lelijk! Ik neem ontslag.”
Toevallig stond de magazijnmeester naast een reclameplaat van l’Oréal met zo’n aanlokkelijk model die een schoonheidsmiddel aanprijst. Zou hij gebleven zijn als zijn baas er met zoëentje vandoor was? vroeg mr. Just zich af. Een mens z’n beslissingen zijn niet altijd even begrijpelijk. Maar dat zo behalve het huwelijk ook de zaak naar de knoppen ging was wel duidelijk.
Toch zou het anders lopen.
“Wat reken jij nou,” had de advocaat van de man gevraagd toen hij na de zitting zijn toga uittrok, “momenteel bijten ze elkaar liefst de strot af, maar zometeen liggen ze weer onder één laken en dan vraagt de een de ander: en wat heb jij nou betaald aan je advocaat?”
Mr. Just had koeltjes geantwoord dat hij zijn gewone tarieven in rekening bracht, maar verder had zijn tegenpleiter het wel goed gezien. Een paar maanden later werd hij gebeld door mevrouw Coltschrek: “Hij wil weer terug. Zeker niet zo bevallen bij zijn liefje. Wilt u zijn advocaat vertellen dat het goed is? Er is maar één voorwaarde: nu komt alles, maar dan ook alles op mijn naam te staan. Anders gaat het feest niet door.”
En aldus geschiedde. Een half jaar later ontving mr. Just een nagekomen stuk van de notaris dat nog getekend moest worden om de overdracht compleet te maken. Hij belde zijn cliënte. Hoe ging het er nu mee? Waren ze niet naar Spanje?
“Nee, dat huis in Spanje hebben we maar van de hand gedaan. We werken gewoon verder. Om de schade in te lopen. Hij zit hier weer tegenover mij, zoals altijd. En we zijn toch zó gelukkig! Niet waar, lieve schat?”
Ze hield de hoorn in zijn richting. De lieve schat mompelde iets onverstaanbaars.