Wetsvoorstel ‘versterking bestrijding computercriminaliteit’ in strijd met trias politica en uitingsvrijheid

Dit wetsvoorstel ziet op bestrijding van een aantal vormen van computercriminaliteit waaronder de strafbaarstelling van het kopiëren en/of verhandelen van niet-openbare gegevens en een verruiming van het verbod op aftappen van vertrouwelijke gesprekken. Hier zal niemand bezwaar tegen hebben. Echter minister Hirsch Ballin heeft in dit wetsvoorstel eveneens opgenomen de bevoegdheid van de officier van justitie (OvJ) om zelfstandig, dus zonder tussenkomst van een rechter, websites offline te halen door de hostingproviders hiertoe te dwingen. Dit is een onaanvaardbare schending van het beginsel van de scheiding der machten en en het grondrecht van de uitingsvrijheid. Als dit wetsvoorstel het in deze vorm haalt, dan bepaalt de OvJ immers wat rechtmatig is en dus gepubliceerd mag worden via het internet en wat niet, hetgeen zal leiden tot een onaanvaardbare vorm van overheidscensuur. De overheid zou zich moeten richten op opsporing en vervolging van criminelen die verantwoordelijk zijn voor het online zetten van onrechtmatige content in plaats van op deze wijze haar onmacht proberen te verbloemen. Hier komt bij dat deze maatregel helemaal niet nodig is. Op de eerste plaats blijkt in de praktijk dat hostingproviders altijd direct gehoor geven aan een verzoek van justitie om evident onrechtmatige content meteen te verwijderen indien er haast is geboden (bijv. bij kinderporno). Echter bij andere, minder evidente gevallen is het nodig dat een rechter het laatste woord heeft (bijv. bij beweerdelijke auteursrechtinbreuk). Bovendien is er een ander, effectief en snel, middel om providers te dwingen beweerdelijk onrechtmatige content snel offline te krijgen: het civielrechtelijk kort geding. Content die strafrechtelijk niet door de beugel kan is immers ook altijd civielrechtelijk onrechtmatig. Anders dan veel mensen denken kan, indien de spoedeisendheid hierom vraagt, een kort geding binnen een dag plaatsvinden. Het voordeel van deze weg is dat een rechter bepaalt of de betreffende site onrechtmatige content bevat en de provider en/of de verantwoordelijke verweer kunnen voeren. Wij voeren met grote regelmatig dit soort kort gedingen zowel voor hostingproviders en websitehouders als voor eisende partijen en hebben hier uitstekende ervaringen mee. Juist doordat er verweer gevoerd kan worden is de rechter in staat een afgewogen oordeel te geven op een korte termijn.

Dit onderdeel dient derhalve uit dit wetsvoorstel geschrapt te worden zodat de principes van Charles De Montesquieu en John Milton niet onnodig offline gehaald worden.

Wilt u meer informatie?

Wij vernemen graag met welk juridisch vraagstuk we u kunnen helpen